Current location

Current location: Bandar Seri Begawan, Brunei Darussalam

zondag 28 november 2010

Music and hiking in Da Lat

Na een busrit door de bergen kwam ik aan in het bergstadje Da Lat, vooral bekend om zijn landschappen en koeler klimaat. Dat is dan ook meteen de reden waarom koning Bao Dai besloot zijn zomerpaleis daar op te trekken. Na een korte wandeling door het centrum belandde ik in café Tung, een sober koffie- en theehuis met Franse inslag. Daarna naar het V-café voor het avondeten. Daar werd er door een aantal muzikanten vlot Red Hot Chili Peppers, Pink Floyd, U2, the Beatles, Radiohead,... gecoverd. Een welkome afwisseling na 6 weken zeemzoete Vietnamese cantopop. Tijdens de pauze geraakte ik in gesprek met de muzikanten Juram (PH), Jake the Snake (US), Simon (UK), Scott (US), Fumi (JP) en Curtis (US) - tevens de eigenaar. De volgende dag gingen we samen wandelen naar de Tiger Den Falls, nog vergezeld door 2 Nederlandse meisjes en 3 Japanners. De avond werd er opnieuw concert gegeven en eindigde erna in de Saigon Nite Bar (vreemdste verjaardag ooit). De volgende dag wandelde ik langs het Hang Nga Crazy House (beetje Gaudi-achtig gebouw), het hoger vernoemde zomerpaleis en de centrale markt. De laatste dag in Da Lat ging ik opnieuw wandelen, deze keer naar de berg Pinhatt.

After a bus ride through the mountains I arrived in Da Lat mountain town, mainly known for its scenery and cooler climate. In fact, that was the reason for king Bao Dai to erect his summer palace there. After a short walk through the centre I ended up in Tung Cafe, a simple coffee and tea shop with a French touch. After that to V-cafe for dinner. There some musicians were covering Red Hot Chili Peppers, Pink Floyd, U2, the Beatles, Radiohead,... A welcome change after 6 weeks of very mellow Vietnamese canto pop. During their break I got to know musicians Juram (PH), Jake the Snake (US), Simon (UK), Scott (US), Fumi (JP) and Curtis (US) - also the owner of the place. The next day we went hiking together to Tiger Den Falls along with 2 Dutch girls and 3 Japanese people. At night they performed again and the night ended in Saigon Nite Bar (weirdest birthday ever). The next day I walked to Hang Nga Crazy House (kind of a Gaudi-like building), the above mentioned Summer Palace and the central market. My last day I spent hiking again, this time up to Pinhatt mountain.


vrijdag 26 november 2010

Wet Nha Trang

In Nha Trang draait alles om water: strand, boottochtjes, windsurfen, duiken, snorkelen,... Ik heb er 4 dagen doorgebracht en inderdaad veel water gezien, maar helaas vooral van het soort dat uit de hemel valt. Wel heb ik er Elodie en Aurélie even teruggezien en zijn we samen naar de Long Son pagode geweest waar een grote boeddha de stad overschouwt. Verder heb ik wat gewandeld, soms tot halverwege de knieën in het water, gelezen en films gezien. In één van de plaatselijke kroegen speelden ze namelijk de nu reeds cultfilm 'Machete', die me zeer beviel.

In Nha Trang it is all about water: the beach, boat trips, wind surfing, scuba diving, snorkeling,... I spent 4 days there and indeed saw a lot of water, unfortunately mostly from the kind that falls from the sky. I did see Elodie and Aurélie again for a short while and together we went to Long Son pagoda on top of which a giant buddha looks onto the city. The rest of the time I spent walking, sometimes until half my knees in the water, reading and watching movies. In one of the local bars they played the instant cult movie 'Machete' which I totally liked.


zaterdag 20 november 2010

ET in Quy Nhon

Om nog wat meer van de toeristische route af te geraken besloot ik Ellen's nicht Ashley te gaan opzoeken in Quy Nhon, een provinciaal stadje dat nog niet echt gewoon is om met toeristen om te gaan. De reden daarvoor is dat ze er simpelweg niet komen... Na een death ride in een minibusje (dodentol: 1 hond), bereikte ik Ashley's appartement en werd begroet met volgende quote 'leuk om nog eens Antwerps te horen', gevolgd door een decadent doch superlekker visdiner van een half miljoen dong. De volgende dag verkende ik de stad te voet en bezocht ik onder andere het strand, de Long Khanh pagode (waar ik hartverwarmend vriendelijk door een oude non ontvangen werd - we konden niet praten maar begrepen elkaar), de vismarkt en wandelde rond het Sinh Thai meer. Ik voelde me een beetje een alien daar: quasi alle kinderen roepen 'hello' naar je en de volwassenen gapen je na omdat ze er zo weinig blanken zien. De volgende dag fietste ik over het schiereiland langs de vissersdorpjes voor zover de modder me dit toeliet. Tussendoor gaf Ashley me meer uitleg over de Vietnamese cultuur en gebruiken, haar werk in de waste management sector, de middelen die de meisjes gebruiken om maar niet bruin te worden (hoed, paraplu, mondmasker en lange handschoenen), schaafde mijn zeer beperkt Vietnamees bij en leerde me de locale keuken kennen, onder andere een drankje gemaakt van zwaluwenspeeksel. Ook de Vietnamese manier van fietsen intrigeert me enorm: met 2 (soms zelfs 3) op 1 fiets en 4 voeten op de pedalen waarbij de achterste bij regenval de paraplu vasthoudt - dat lijkt me iets voor in het Antwerpse klimaatplan!

To divert a bit more from the touristic route I decided to visit Ellen's cousin Ashley in Quy Nhon, a provincial town that isn't really used to receiving tourists. The reason for that is that there simply aren't any... After a death ride in a minivan (death toll: 1 dog) I reached Ashley's apartment and was welcomed with the quote 'nice to hear an Antwerp accent once again', followed by a decadent though delicious fish dinner costing half a million dong. The next day I explored the town walking and visited among other things the beach, Long Khanh pagoda (where I was welcomed by an old nun in an extremely friendly way - we couldn't talk but understood each other perfectly), the fish market and walked around Sinh Thai lake. I felt a little bit like an alien there: almost all the children yell 'hello' at you and the adults keep staring because they see so little white people. The next day I cycled across the peninsula through the fishing villages for as much as the mud permitted. In between Ashley gave me some more insight in Vietnamese culture and habits, her work in the waste management sector, the means the girls use not to get a tan (hat, umbrella, mouth mask and long gloves), expanded my rather very limited knowledge of Vietnamese language and introduced me to the local cuisine, for example a drink made from swallow's saliva. Also, the Vietnamese way of bicycling I find very intriguing: 2 (sometimes even 3) people on 1 bike and 4 feet on the pedals. The one sitting in the back hold the umbrella in case of rainfall - this looks like something to incorporate in the Antwerp climate plan!


dinsdag 16 november 2010

Easy riding

Vanuit Hoi An vertrokken Kurtis (AUS), Easy Riders Nam en Leo (VN) en ik met de moto om via de Ho Chi Minh trail de Central Highlands te verkennen. Deze 'off the beaten track' activiteit leidde ons naar het échte Vietnam. We doorkruisten de bergen, reden langs een aantal minderhedendorpjes, ananas- en koffieplantages, prachtige natuur en oorlogsmonumenten. Op sommige plekken zijn de effecten van Agent Orange zelfs nog steeds zichtbaar. Het weer varieerde van zonnig tot stortregen met op het einde zelfs een opkomende typhoon. Omdat ik toen al compleet doorweekt was en het niet meer echt veilig vond op de snelweg ben ik niet meer volledig mee terug naar Danang gereden maar op de bus naar Quy Nhon gestapt in Tam Ky. In elk geval een schitterende manier om te reizen door een stukje Vietnam waar eens niemand probeert je iets te verkopen...

From Hoi An Kurtis (AUS), Easy Riders Nam and Leo (VN) and I left to explore the Central Highlands via the Ho Chi Minh trail. This off the beaten track activity led us to the real Vietnam. We drove through the mountains, passed some minority villages, pineapple and coffee plantations, beautiful nature and war monuments. In some spots the effects of Agent Orange are still visible. The weather varied from sunny to heavy showers and in the end even and upcoming typhoon. Because at that moment I was already completely soaked and thought I wasn't completely safe anymore on the motorway, I didn't go all the way to Danang but got on the bus to Quy Nhon in Tam Ky. It surely is a great way to travel through a piece of Vietnam where nobody is trying to sell you anything...


woensdag 10 november 2010

Charming Hoi An

In het oude centrum van Hoi An bezochten Aurélie, Elodie en ik een zijdefabriek annex spinnerij, weverij en kledingwinkel en leerden er alles over het proces om zijde te maken. Verder bezochten we nog de Assembly Hall of the Fujian Chinese Congregation, de Quan Cong tempel, de markt, het Tan Ky huis, de overdekte Japanse brug en het ambachtenmuseum. De charme van Hoi An schuilt echter niet in al deze gebouwen maar in de kleine straatjes rondom het water die een betoverend geheel vormen, vooral ook 's avonds wanneer alles met lampionnen verlicht wordt. De volgende dag zijn we gaan rondwandelen op de eilandjes An Hoi en Cam Nam en bezochten we het Tran Duong huis, een huis in Frans koloniale stijl, uitgebaat door een 68-jarige wiskundeleraar die vlot engels en frans sprak en al de zesde generatie bewoner van dit huis is, en het folkloremuseum. Daarna wilden de dames kleren laten maken waarbij ze op mij vertrouwden om beslissingen te nemen... De volgende dag gingen we op uitstap naar My Son, een tempelcomplex uit het Cham-tijdperk dat dateert van voor de bouw van Angkor Wat. De tempels eren de Hindoecultus en er zijn afbeeldingen van vooral Shiva en ook Brahma terug te vinden.
Tenslotte nog iets over de schitterende keuken van Hoi An: de lokale specialiteiten hier zijn cao lau (noedels met varkensvlees, sla, sojabonen en croutons) en white rose (rijstpapieren dim sums met garnaalvulling). Voor wie hierheen komt, zeker te proberen in onze stamkroeg Café 43.

In the old centre of Hoi An Aurélie, Elodie and I visited a silk factory with spinning and weaving facilities and a clothes shop and learnt everything about the silk making process. After that we went to the Assembly Hall of the Fujian Chinese Congregation, the Quan Cong temple, the market, the Tan Ky house, the Japanese covered bridge and the artisanal museum. The charm of Hoi An however lies not in these buildings but in the narrow streets around the water that are magical, especially at night when all is lit by pawns. The next day we went for a walk on the islands An Hoi and Cam Nam and visited Tran Duong house, a house in French colonial style, ran by a 68-year-old math teacher who is fluent in English and French and already is the sixth generation owner of this house, and the folklore museum. After that the ladies wanted to go the the tailor to have new clothes made and they relied on me for decision taking... The next day we explored My Son, a temple complex from the Cham era that predates Angkor Wat. The temples honour the Hindu cultus and images of mostly Shiva but also Brahma are everywhere.
To conclude a few words on the delicious cuisine of Hoi An: the local specialities here are cao lau (noodles with pork, lettuce, soya beans and croutons) and white rose (rice paper dumplings with shrimp filling). For whoever is travelling here, highly recommended at our favourite bar Café 43.


zaterdag 6 november 2010

Hue, the ancient capital

Na een 12 uur durende busrit (een 2-tal uur verloren wegens politiecontrole waarbij alle nep merkkledij en bijhorende verkoopsters van de bus gehaald werden) ben ik aangekomen in Hue. Tijdens het ontbijt zag ik Elodie & Aurélie (F) terug die ik in Ninh Binh leren kennen had. Samen zijn we de citadel gaan verkennen en compleet uitgeregend terug thuis gekomen. Tegen het Vietnamese regenseizoen is enkel een plastieken poncho bestand vermits het hard en non-stop regent. De verboden purperen stad is echt indrukwekkend hoewel veel gebouwen nog niet volledig gerenoveerd zijn na de Amerikaanse bombardementen.
De volgende dag wilden we langs een pagode en enkele koninklijke tombes fietsen maar het regenseizoen stak daar een stokje voor. We hebben dan maar een tour geboekt die ons langs Thien Mu pagode en de tombes van Minh Mang, Khai Dinh en Tu Duc bracht en terug over de Perfume River naar Hue. De tombes functioneerden tijdens hun leven als retraite-oord voor de koningen en hun 500 concubines om te ontsnappen aan de drukte van de stad. En er was ook nog een verhaal over concubines en bananen...

After a 12 hour ride on the bus (we lost 2 hours because we were stopped by customs officers who confiscated all fake clothes and arrested the accompanying saleswomen) I arrived in Hue. During breakfast I saw Elodie & Aurélie (F) again whom I met in Ninh Binh. Together we explored the citadel and returned completely soaked. Nothing withstands Vietnamese wet season except for a plastic cape because it rains cats and dogs and non stop. The forbidden purple city is really impressive although many buildings haven't been fully restored after the American bombings.
The next day we wanted to hires bicycles and visit a pagoda and some tombs but the rain season changed our minds. Consequently we booked a tour which brought us to Thien Mu pagoda, Minh Mang tomb, Khai Dinh tomb and Tu Duc tomb by bus and back by boat via the Perfume river to Hue. While still alive, the tombs functioned as a rest place for the kings and their 500 concubines to escape from the city crowd. And there was also some story about concubines and bananas...



woensdag 3 november 2010

Ninh Binh and around

In mijn hotel in Ninh Binh leerde ik Veit (D) kennen en al snel zaten we op de fiets naar Bai Dinh, een nieuwe en gigantische boeddhistische pagode. Daarna zetten we de weg verder naar Tam Coc. Dit bleek makkelijker gezegd dan gedaan want we hadden niet onmiddellijk begrepen dat het achterafstraatje eigenlijk de hoofdbaan was. Wij zijn dus tussen de dorpjes en de rijstvelden gereden en er uiteindelijk toch geraakt. En eigenlijk was dit op zich een schitterende ervaring: een prachtig decor en overal kinderen die 'hello' naar je roepen... Tam Coc zelf is prachtig: via een roeibootje word je door 3 grotten geroeid geflankeerd door karstrotsen. Daarna fietsten we nog langs Mua, een tempeltje op een rotspiek vanwaar je Tam Coc in vogelperspectief kan bekijken. We sloten de dag af met de specialiteit van de streek: geit.

De volgende dag ging ik samen met Marco en Kerstin (D) op zelfgeorganiseerde tweedaagse naar Cuc Phuong National Park. We bezochten de apen en de schildpadden in het reservaat en sprongen dan op de mountainbike naar het park center. In de late namiddag deden we nog een trekking. Aan de grot liet ik Marco en Kerstin achter en ging alleen voort de jungle in op zoek naar een 1000-jaar oude boom. Toen ik terug uit de jungle kwam, stuitte ik op de plek waar we zouden slapen. Ik voelde me precies in 'Lost' wanneer Jack & co voor het eerst het dorp van the others binnenlopen. We sliepen in een paalwoning vergezeld van een aantal muizen. De volgende dag deden we nog een pittige trekking en bezochten we een immense grot waarna we, na grondige onderhandelingen, tegen een schappelijke prijs terug naar Ninh Binh reden.


In my hotel in Ninh Binh I met Veit (D) and soon we found ourselves on a bike to Bai Dinh, a new and gigantic buddhist pagoda. After that we continued for Tam Coc. This appeared to be easier said than done because we didn't really got it that the back alley actually was the main road. We drove through the villages and the rice paddies and made our way there after all. It turned out to be a wonderful experience: the scenery is beautiful and everywhere children say 'hello' to you... Tam Coc in itself is absolutely beautiful: on a small boat they row you through 3 caves surrounded by karst rocks. After that we cycled by Mua, a small temple on a mountain peak from which you can see Tam Coc through a bird's perspective. We ended the day with the local speciality: goat.

The next day together with Marco and Kerstin (D) I went on a self organised two day trip to Cuc Phuong National Park. We visited the monkeys and turtles in the conservation center and then took our mountain bikes to the park center. Late in the afternoon we did a trekking. At the cave I left Marco & Kerstin and went further into the jungle on my own searching for a 1000-year-old tree. When I came back from the jungle I ran into the place where we were supposed to sleep. I felt a bit as in 'Lost' when Jack & co for the first time enter the village where the others live. We slept in a stilt house accompanied by some mice. The next day we did another quite challenging trekking and visited a cave after which we, after some serious bargaining, drove back to Ninh Binh for a reasonable price.