Current location

Current location: Bandar Seri Begawan, Brunei Darussalam

donderdag 21 april 2011

Bye bye Bangkok

Het is voorlopig mijn laatste avond in Bangkok. Ik was teruggekomen om enkele zaken te regelen, voornamelijk visums voor Myanmar en China en dollars voor Myanmar (daar leven ze nog niet in het ATM-tijdperk), hetgeen deze keer wel allemaal gelukt is. Ik contacteerde Jeroen, een Belgische expat die in Bangkok woont en die ik leren kennen had in Siem Reap, om iets te gaan drinken in Sukhumvit en we eindigden in Soi Cowboy, één van de drie beroemde go-go bar straten van Bangkok. De rest verliep redelijk Belgisch: op een barkruk gaan zitten rond het podium, af en toe eens naar de 10 dansende grietjes op het podium kijken (zonder slipjes zo bleek uit de spiegelvloer) maar vooral naar de andere mannen aldaar en hun reacties. Wanneer ons pintje leeg was, zijn we het er afgetrapt. Ik wou ook mijn terugvlucht verplaatsen en ging dus naar het Egyptair kantoor. Wegens te duur, is dit weer mislukt maar ik heb daar ter plaatse het Antwerpse koppel Ian en Edeline en de Brusselse Ilona leren kennen. Ian en Edeline wilden vroeger terug naar huis en boden me hun hotelkamer aan. Ik heb dus gratis 2 nachten doorgebracht in het Baiyoke Sky hotel (**** en de hoogste toren in Bangkok - prachtig uitzicht!), waarvan de badkamer groter is dan de kamers waarin ik gewoonlijk verblijf. Ook nog naar de cinema geweest ('Source Code', best ok), de golden mount van de Wat Si Saket bezocht en teruggewandeld via het Bang Lam Phu kanaal en daarmee een heel aangenaam, voor mij nieuw stukje Bangkok ontdekt. Morgenvroeg ga ik Myanmar binnen en weet niet of ik daar op internet zal geraken, dus mogelijk verdwijn ik een tijdje van de radar...

Tonight is my last night in Bangkok for now. I had come back to arrange some things, especially visas for Myanmar and China and dollars for Myanmar (they don't live in the ATM era yet), which have all worked out. I contacted Jeroen, a Belgian expat who lives in Bangkok and whom I had met in Siem Reap to go for a drink in Sukhumvit and we ended up in Soi Cowboy, one of the three most famous go-go bar streets of Bangkok. The rest happened in a very Belgian way: sitting on a bar stool around the stage, sometimes looking at the 10 dancing girls on stage (no underwear as shown by the mirror floor), but mostly watching the other guys around and their reactions. When we finished our beers, we left the place. I also wanted to postpone my return flight and went to the Egyptair office. Because it was too expensive, it didn't happen again but there I met the Antwerp couple Ian and Edeline an Ilona from Brussels. Ian and Edeline wanted to go home earlier and offered me their hotel room. So I spent 2 nights for free in the Baiyoke Sky hotel (**** and the tallest tower in Bangkok - fantastic views!), of which the bathroom was bigger than the rooms I usually sleep in. Also went to the cinema ('Source Code', quite ok), visited the golden mount of Wat Si Saket and walked back along the Bang Lam Phu canal by which I discovered a very pleasant and (to me) new piece of Bangkok. Tomorrow morning I am entering Myanmar and don't know if I will be able to get on the internet over there, so possibly I will be off the radar for a while...


zondag 17 april 2011

สวัสดีปีใหม่

Omdat visums regelen in Jakarta niet lukte, moest ik terug naar Bangkok maar dat vond ik niet erg omdat ik wist dat het tegen dan Songkran was. Songkran is het Thaise nieuwjaar dat gevierd wordt in april, de warmste maand van het jaar, en 3 dagen duurt. Omwille van de hitte (gisteren 38°C!) wordt er gevierd door iedereen nat te maken en hiervoor zijn alle middelen toegelaten: waterpistolen en -kanonnen, schaaltjes, emmers, sproeiers, tuinslangen tot zelfs brandhydranten. Oorspronkelijk was het water bedoeld om boeddhabeelden mee te reinigen maar dit ontspoorde al snel tot watergevechten. Sommige mensen huren een tuk tuk af of rijden rond in een pick-up met heel de familie en gewapend met waterkanonnen en emmers. Ook mensen op brommers, in taxi's of bussen worden niet ontzien. Enkel monniken of ouderen worden gespaard. Ook lopen er mensen rond met schaaltjes met daarin krijt opgelost in water. Dit wordt dan bij voorbijgangers op het gezicht gesmeerd gepaard gaand met een vriendelijk 'sawatdi pi mai' oftewel 'happy new year'. Ik liep rond in de Bang Lam Phu wijk en kwam constant terecht in watergevechten, kreeg emmertjes ijswater over me heen en mijn gezicht vol met krijtsmurrie. Later op de dag en zeker tijdens de avond ontspoorde alles tot één groot waterfeest met dansende grietjes op podia, luide muziek, bier, ladyboys en vooral heel veel nat volk in de straten.

Because arranging visas in Jakarta didn't work out, I had to go back to Bangkok but that didn't really bother me because I knew that by then it was Songkran time. Songkran is Thai new year, which is celebrated in April, the hottest month of the year, and lasts 3 days. Because of the heat (yesterday 38°C!) this is celebrated by splashing everybody with water and to do this all means are permitted: water pistols and cannons, cups, buckets, sprinklers, garden hoses and even fire hydrants. Originally, the water was meant to clean buddha statues but this quickly derailed to water fights. Some people hire a tuk tuk or drive around in a pick-up truck with the entire family and armed with water cannons and buckets. People on motorbikes, in taxis or on buses are not spared. Only monks and elderly people are not splashed. There are also people walking around with bowls with chalk dissolved in water. This gets smeared on the faces of people walking by together with a friendly 'sawatdi pi mai' or 'happy new year'. I was walking around in the Bang Lam Phu quarter and constantly ended up in water fights, got tons of buckets with ice water over me and got chalk water all over my face. Later that day and certainly at night everything turned into one big water party with dancing girls on stages, loud music, beer, ladyboys and a huge crowd of wet people in the streets.


zaterdag 16 april 2011

Back in Jakarta

Terug in Jakarta zijn we nog wat gaan rondtoeren met Meri's brommer zigzaggend door het schijnbaar regelloze verkeer. Zo bezochten we in Kota het Wayang museum. Wayang is de verzamelnaam voor marionetten van verschillende grootte en vorm. Je hebt onder andere wayang golek, de middelgrote poppen en wayang kulit, de van buffelhuid gemaakt platte poppen voor schaduwspel. Deze kunstvorm is nog steeds erg populair in heel Indonesië. Ook reden we even door Sunda Kepala, de haven van Jakarta. We keerden ook geregeld terug naar Monas, het centrale park, om te gaan joggen, naar de fonteinshow te gaan kijken of om belachelijke Aziatische foto's te nemen. Met de trein reden we naar Bogor om daar in de botanische tuin te gaan picknicken. We woonden dankzij Eka het Frans filmfestival (de film 'l'arnacoeur' - best grappig) bij samen met Vera en gingen iets drinken met Linda en Dito. Eigenlijk meer dingen zoals thuis in plaats van de toerist uithangen…


Back in Jakarta we drove around the city on Meri's motorbike, zigzagging through the apparently ruleless traffic. In Kota we visited the Wayang museum. Wayang is a collection of puppets of different sizes and shapes. Among other things there are wayang golek, middle sized puppets and wayang kulit, flat puppets made from buffalo skin for shadow puppetry. This art form is still very popular throughout Indonesia. We also rode to Sunda Kepala, the harbor of Jakarta. Regularly, we got back to Monas, the central park, for jogging, looking at the fountain show or taking ridiculous Asian pictures. By train we went to Bogor to have a picnic in the botanical garden. Thanks to Eka we attended the French film festival (the film 'l'arnacoeur' - quite funny) together with Vera and went for a drink with Linda and Dito. More like doing things back home instead of playing the tourist...




dinsdag 12 april 2011

Rainy Dieng plateau

Gedurende ons verblijf in Jogjakarta besteedden we ook een paar dagen aan naar Wonosobo gaan om Dieng plateau te bezoeken. Daar zagen we tempels die niet bijzonder groot zijn, maar blijkbaar wel ongeveer de oudste Hindoetempels in Java. Daarna wandelden we door naar de vulkanische Kawah Sikidang krater met zwaveldampen en geothermie. Vandaar naar Telaga Warna, een meer met verschillende kleuren water maar dit was echter niet echt zichtbaar omwille van de hevige regenval. Omwille van de prachtige omgeving een erg geslaagde dag met maar 6 'hello misters'… Tussendoor wil ik even vermelden dat Indonesië op zich een erg goedkoop land is maar dat er veel kleine onkosten zijn die het dagelijkse leven aanzienlijk duurder maken. Zo moet je bijvoorbeeld telkens je je brommer parkeert een parkeerwachter betalen (echt overal, zelfs al is het alleen maar om geld af te halen). Ook moet je soms op één toeristische site opnieuw inkom betalen om een bepaald deel te zien. Een andere gewoonte die we hebben ondervonden op de bussen terug naar Jogja zijn de muzikanten die op de bus stappen, één liedje spelen, rondgaan met een zakje om in te doneren en dan de bus terug verlaten. Ik heb ze niet geteld maar ik denk dat we er 6 à 8 zien passeren hebben tijdens één busreis. Hopelijk begrijpen ze dan ook dat de laatsten op niet echt veel vrijgevigheid meer konden rekenen.


During our stay in Jogjakarta we also spent a few days going to Wonosobo to visit Dieng plateau. There we saw temples which aren't very spectacular in size but which apparently are about the oldest Hindu temples in Java. We walked on to the volcanic Kawah Sikidang crater with sulphur fumes and geothermal energy. From there on to Telaga Warna, a lake with different colours of water but not really visible because of the heavy rain. Because of the superb scenery a very nice day with only 6 'hello mister's'… In the meantime I would like to mention that Indonesia is a fairly cheap country, however there are a lot of small costs that make daily life a lot more expensive. For example, every time you park your motorbike you need to pay a parking guard (really everywhere, even when you only want to withdraw money). Sometimes you have to pay an extra entrance fee at a point of interest to see a separate part. Another habit we experienced on the buses to Jogja are the musicians who enter the buses, play one song, go through the bus with a bag to collect money and then leave the bus again. I didn't really count them but I think we've seen 6 to 8 of them on one bus journey. Hopefully they'll understand that the last ones in line cannot count on much generosity anymore.



vrijdag 8 april 2011

Jalan jalan di Jogjakarta dan Solo

We vlogen naar Jogjakarta en belandden daar meteen in het Prambanan guesthouse, mede-eigendom van Ludo Wauters, de oudere broer van Koen en Kris Wauters (volgens de krantenartikels - de mens zelf was niet te bespeuren). We wandelden naar het Kraton maar gingen niet binnen want we hadden dit beiden al eens gezien, maar bleven op het plein ervoor kijken naar enkele studenten die een soort van militaire parade oefeningen deden zoals ze die in school blijkbaar elke morgen doen voor het heisen van de vlag. Daarna wandelden we voorbij een plek waar toevallig een pencak silat wedstrijd bezig was en waar we de laatste 2 gevechten konden zien. Vandaar naar Malioboro, de Meir van Jogja. De volgende dag huurden we een brommer en reden naar het Merapi vulkaanmuseum met kaarten van vulkanische activiteit in Indonesië en beelden van erupties. Daarna wilden we naar het uitkijkpunt gaan om de Merapi zelf te zien maar dit werd ons verhinderd door de laatste eruptie van oktober 2010: we passeerden een rivier die nog vol lavastenen zat en strandden op een weg met een ingestorte brug. Terug in Jogja bezochten we het Sono Budoyo museum waar een bule een lesje gamelan kreeg en we vele wayang poppen zagen. Daarna gingen we lunchen in de warung van Meri's vriendin Astye en bezochten we het museum van Afandi (een lokale kunstenaar) en reden we met de brommer door naar Parangtritis (geen ziekte) voor een korte wandeling op het zwarte strand. Ik vroeg Meri of Solo de moeite was en wat er daar te zien was waarop ik als antwoord kreeg 'makanan enak, Boriiis!', hetgeen zoveel betekent als 'schitterend eten'. Dus namen we de trein naar Solo en bezochten het Kraton met een collectie koetsen, wapens en kunstvoorwerpen. We zagen ook een voorstelling van wayang orang (traditioneel theater) in het Javaans en begeleid door een gamelan orkest. Het verhaal was moeilijk te volgen maar de weinige actieve scènes waren best interessant vanuit de bewegingsleer. Na de voorstelling ging het doek dicht, het licht aan en spurtte iedereen (orkest incluis) naar buiten zonder applaus waardoor Meri en ik enigszins verdwaasd achterbleven.


We flew to Jogjakarta and immediately ended up in Prambanan guesthouse, co-owned by Ludo Wauters, the older brother of Koen and Kris Wauters (probably doesn't ring a bell to you but they're a local band in Belgium and quite popular). We walked up to the Kraton but didn't enter because we both had seen it before, but stayed on the plain in front looking at some students who did some kind of military parade exercises like they apparently do in school every morning before raising the flag. After that we coincidentally walked past a place where a pencak silat competition was going on and of which we could witness the final 2 fights. From there to Malioboro, the main shopping street of Jogja. The next day we hired a motorbike and drove to the Merapi volcano museum which had maps of the volcanic activity in Indonesia and pictures of eruptions. After that we wanted to go to the view point to see Merapi itself but it was impossible to get there due to the last eruption of October 2010: we passed by a river full of lava stones and stranded on a road with a collapsed bridge. Back in Jogja we visited the Sono Budoyo museum where a bule was getting a lesson in gamelan and where we saw many wayang dolls. After that we went for lunch to Meri's friend Astye's warung, visited Afandi's museum (a local artist) and drove by motorbike to Parangtritis (no disease) for a brief walk on the black beach. I asked Meri if it was worth it going to Solo and what I should see there and got the answer 'makanan enak, Boriiis!', which means that the food is excellent. So we took the train to Solo and visited the Kraton with its collection of carriages, weapons and art objects. We also saw a wayang orang (traditional theatre) show in Javan language and accompanied by a gamelan orchestra. The story was a bit difficult to grasp but the few active scenes were quite interesting with regard to the movements used. After the show the curtains closed, the lights went on and everybody (orchestra included) hurried outside without applause, leaving Meri and me a bit confused in the theatre.



dinsdag 5 april 2011

Escaping earthquakes in Jakarta

Ik besloot af te wijken van mijn globale planning en Meri te gaan bezoeken in haar thuisbasis Jakarta. Een gelukkig toeval zo bleek want tezelfdertijd vond er een aardbeving met een kracht van 7,0 plaats in Myanmar, de plaats waar ik normaal gezien naartoe zou gaan. In Jakarta haalde Meri me op van de luchthaven en de volgende dagen verkenden we de stad met haar brommer, al zigzaggend door het crazy verkeer (volgens mij bestaan er daar geen verkeersregels). Ook toonde ze me, al dan niet vergezeld van haar vrienden Hadi en Nuniek de restaurantjes waar de locals eten. We bezochten Taman Mini Indonesia Indah, een verzameling van huizen, traditionele klederdracht en voorwerpen uit de verschillende provincies. Ook brachten we een bezoek aan de zoo waar de dieren in ruime kooien zitten en ik mijn eerste witte tijger ooit zag en aangevallen werd door een cassowary. Ik bezocht ook Monas (Monumen Nasional), een museum over de onafhankelijkheid van Indonesië, getoond via diorama's. Tijdens een soort van filmfestival zagen we de Indonesische super hero film 'Gundala Putra Petir', volledig in bahasa indonesia en zonder ondertitels dus meteen een goede onderdompeling in de taal. Gelukkig was het verhaal even dun als de special effecten (de film dateert van 1981). In Jakarta werd ik op den duur wel een beetje gek van het 'hello, mister', 'where you going?' en de vraag of ik met mensen op de foto wil gaan en het slaapgebrek veroorzaakt door bed bugs, lawaaierige buren en de oproep tot het gebed, en dus was ik blij de stad te kunnen verlaten in de hoop terug wat rust te vinden.


I decided to divert from my global planning and visit Meri in her hometown Jakarta. This appeared to be a lucky shot because at the same time an earthquake with a force of 7.0 took place in Myanmar, the place where I normally would go to. In Jakarta Meri picked me up from the airport and the next few days we explored the city on her motorbike, zigzagging through traffic (I don't think they have any traffic rules). She also showed me, sometimes accompanied by her friends Hadi and Nuniek, the restaurants where the local people eat. We visited Taman Mini Indonesia Indah, a collection of houses, traditional clothing and objects from the different provinces. We also visited the zoo where the animals live in spacious cages and where I saw my first white tiger ever and got attacked by a cassowary. I visited Monas (Monumen Nasional) too, a museum on the independence of Indonesia shown through dioramas. During some kind of film festival we saw the Indonesian super hero movie 'Gundala Putra Petir', completely in bahasa indonesia and without any subtitles so a great introduction to the language. Fortunately, the story was as thin as the special effects (the film was released in 1981). In Jakarta I got a bit crazy after a while from 'hello, mister', 'where you going?' and the question of taking a picture with some people and the lack of sleep caused by bed bugs, noisy neighbors and the call for prayer, so I was happy to leave the city hoping to find some peace again.