Current location

Current location: Bandar Seri Begawan, Brunei Darussalam

donderdag 31 maart 2011

The historical magic of Sukhotai

In Sukhotai trotseerden we de hitte door gebruik te maken van de gratis fietsen die ons guesthouse aanbood om de historische site te bezoeken. Daar aangekomen bezochten we het Ramkhamhoeng National Museum, het King Ramkhmhoeng monument en de tempelruïnes in het centrale deel van de historische stad: Wat Sa Si (zuilenkolommen en grote zittende witte boeddha), Wat Tra Phang Ngoen (meer met eilandje), Wat Si Sawai (3 prangen en bodhiboom) en Wat Mahathat (groot complex met staande en zittende boeddha's en chedi's). Het noordelijk deel van de stad sloegen we over wegens opnieuw redelijk veel inkom betalen en niet zo interessant en gingen naar het oostelijk deel waar we de Wat Si Chum bezochten, die zeer indrukwekkend is omwille van een 15 m hoge zittende boeddha die volledig ommuurd is en de Wat Phra Phai Luang waarvan er echter nog maar één prang rechtstaat. Ook stootten we op de terugweg op de Wat Sorasak, een chedi gedragen door olifanten. Wat ik echter vooral leuk vond was dat ik denk de plek te hebben teruggevonden - een schuilhutje naast de Wat Sa Si - waar Stefan, Jan, Johan en ik Urska, Nika en Katja hebben leren kennen 10 jaar geleden.


In Sukhotai we faced the heat by using the free bikes our guesthouse provided and visited the historical site. Once arrived there we visited the Ramkhamhoeng National Museum, the King Ramkhamhoeng monument and the temple ruins in the central part of the historical city: Wat Sa Si (columns and a big white sitting buddha), Wat Tra Phang Ngoen (a lake with a small island), Wat Si Sawai (3 prangs and a bodhi tree) and Wat Mahathat (big complex with standing and sitting buddhas and chedis). The northern part of the city we skipped because we had to pay a reasonable big entrance fee again and it wasn't interesting enough and we went on to the eastern part where we entered Wat Si Chum, which is very impressive because of the 15 m high sitting buddha surrounded by walls and Wat Phra Phai Luang of which only one prang is still standing. On the way back we came across Wat Sorasak, a chedi supported by elephants. What I especially enjoyed was that I think I found the spot - a little hut next to Wat Sa Si - where Stefan, Jan, Johan and I met Urska, Nika and Katja 10 years ago.



zondag 27 maart 2011

Chiang Mai 3: things to experience - training of body and mind

Vermits ik toch een langere tijd op dezelfde plaats zou blijven, was het tijd om terug wat te bewegen. Tijdens een wandeling op goed geluk door de straatjes van Chiang Mai, kwam ik uit op een kung fu school. Daar nam ik pr!véles qi gong en leerde ik ba duan jin, een zeer interessante reeks van 8 oefeningen. Ik trainde ook 2 keer mee met de Tibetaanse kung fu. Voor zover ik het kon beoordelen een vrij basic stijl met hoge standen en lage kicks, geen conditietraining, nogal intern gericht en gefocust op praktische haalbaarheid. Via de tempel Wat Duan Sok nam ik ook deel aan een tweedaagse vipassana meditatieretraite. Eerst kregen we in de tempel les over boeddhisme en meditatie waarna we naar het meditatiecentrum buiten Chiang Mai gebracht werden. Vanaf dan was het volledige stilte. We openden de sessies en elke (vegetarische) maaltijd met chanten en leerden zittende, wandelende en liggende meditatie. Op het einde van de retraite was er een discussieronde om ervaringen uit te wisselen en vragen te stellen. Normaliter duurt een vipassana meditatie minimum 10 dagen en ik ben benieuwd wat dat geeft. Nu kon ik al een verhoogde concentratie merken, vergelijkbaar met mijn vorige ervaringen met meditatie maar meer gefocust. Nu op zoek dus naar het onmogelijke: een plek met een beetje rust en privacy om het geleerde te verdiepen…


Because I would stay for a longer time in one spot, the time had come to move a little again. During a random walk through the alleys of Chiang Mai, I found a kung fu school. There I took private lessons of qi gong and learned ba dian jin, a very interesting series of 8 exercises. I also attended 2 Tibetan kung fu training sessions. As far as I was able to judge it a quite basic style with high stances and low kicks, no warming up, rather internal and focussed on practical combat. Through the Wat Duan Sok temple I took part in a two day vipassana meditation retreat. First we got some lessons in buddhism and meditation in the temple after which we were transported to the meditation center outside of Chiang Mai. From then on we had to maintain complete silence. We opened the sessions and every (vegetarian) meal by chanting and learned sitting, walking and lying meditation. At the end of the retreat there was a discussion to exchange experiences and ask questions. Normally a full vipassana meditation takes 10 days and I am getting curious to experience that. Now I could already feel a higher concentration, comparable to my previous experiences with meditation but more focussed. Now looking for the impossible: a place with some peace and privacy to deepen what I learned...



donderdag 24 maart 2011

Chiang Mai 2: things to do - Animal Day

Tijl (die nog steeds herstellende is van een brommeraccident) en ik huurden brommers en gingen naar Mae Rim, een dorpje niet zo ver van Chiang Mai. We besloten om er een dierendag van te maken en zoveel mogelijk verschillende diersoorten in één dag te proppen. Eerst bezochten we de Siam Insect Zoo met reusachtig grote mestkevers, bidsprinkhanen en schorpioenen (op de hand - 'is it poisonous?', 'only a littlel bit') en een mooie vlindertuin. Daarna naar de slangenshow: een redelijk kitscherige vertoning van mannen die slangen pesten en dan net niet gebeten worden onder luid geroep van een vrouw in thais engels 'be caleful snake man, stil have poison!', maar de slangen (en vooral dan de King Cobra) waren best indrukwekkend. Ook werd hier blijkbaar een stuk van 'Rambo 4' opgenomen want foto's met Sylvester Stallone waren overal te zien. Vandaar naar de apenschool waar de makaken dunken in een basketring, op fietsjes rijden en handjes geven. In het Tiger Kingdom mochten we weer met de tijgers op de foto, deze keer echter zonder ketting. Ook waren er hier babytijgers te zien en voor een vrij scherpe prijs mocht je ermee spelen (dat hebben wij niet gedaan). Op de terugweg naar Chiang Mai passeerden we nog een olifantendorp en daarmee besloten we dan maar onze dierendag.


Tijl (who is still recovering from a motorbike accident) and me hired motorbikes and went to Mae Rim, a village not far from Chiang Mai. We decided to celebrate animal day and to try and see as many animal species as possible in one day. First we visited Siam Insect Zoo with gigantic dung beetles, praying mantises and scorpions (on our hand - 'is it poisonous?', 'only a little bit') and a nice butterfly garden. After that up to the snake show: a quite kitschy show of men teasing snakes and just not getting bitten while a woman is shouting in Thai English 'be caleful snake man, still have poison!', but the snakes (and especially the King Cobra) were quite impressive. Apparently a part of 'Rambo 4' was shot here because pictures of Sylvester Stallone were everywhere to be seen. From there on to the monkey school where the macaques were dunking balls in a basket, riding bicycles and shaking hands. In Tiger Kingdom we could go on the picture with tigers again, this time without chains. They too had baby tigers and for a rather steep price you were allowed to play with them (we didn't do that). On the way back to Chiang Mai we passed an elephant village and with that we concluded our animal day.



dinsdag 22 maart 2011

Chiang Mai 1: things to see - temples and markets

Vanuit Huay Xai verliet ik Laos en nam de ferry en daarna - terug op Thaise bodem - de bus naar Chiang Mai, de parel van het noorden. Deze stad staat vooral bekend voor haar 100 tempels (ik kan er een paar naast zitten). Oorspronkelijk was het de bedoeling om van hieruit het 'Monk for a month' programma te doen en een week in een tempel te gaan leven samen met de monniken. De organisatie die dit aanbood, doet het nu enkel nog als deel van een supertoeristische en superdure negendaagse rondrit in het noorden van Thailand. Niet voor mij dus! Bijgevolg was ik dus een pak vroeger in Chiang Mai dan gepland en had ik een zee van tijd. Na al dat reizen was het nog eens tijd voor wat rust en een tiental dagen ter plekke blijven. Gezelschap genoeg aldaar want mijn Canadese vrienden Patty en Stan (heb ik 2 jaar geleden in Tanzania leren kennen) vertoeven na hun rondreis in India een maand in Chiang Mai. Ook zag ik Nina en Jürg (SW) terug die ik tijdens het kajakken in Luang Nam Tha had leren kennen en tenslotte arriveerde Tijl (NL) die ik eveneens 2 jaar geleden in Tanzania heb leren kennen. Ook was het de bedoeling om Pai en Mae Hong Son te gaan bezoeken maar een plotse regen- en koudegolf uit China deden dit plan vervallen (en 16°C is voor hier best wel koud). In mijn tijd daar heb ik de tempels Wat Phra Singh, Wat Chedi Luang, Wat Chiang Man, Wat Pan Tao, Wat Monthian, Wat Lok Molee en Wat Jet Yot bezocht, de night bazaar, de silver market en de sunday market (2 keer) en het Chiang Mai National Museum. Tussendoor kon ik af en toe afkoelen in het (gemeenschappelijk) zwembad van Patty en Stan. Ook sprinkhanen geprobeerd en goedgekeurd. Tijdens een warme dag huurde ik een fiets om de Doi Suthep te beklimmen, bekend voor de Wat Phra That Doi Suthep tempel. Ongeveer 2/3 heb ik gefietst en 1/3 gewandeld, toch wel aangemoedigd door mensen op brommers en in auto's. Boven even onder een gazon sprinkler gaan staan om af te koelen, de prachtige tempel bezocht, een keiharde regenbui over mijn kop gehad en dan in de downhill zeven brommers er keihard afgereden…


From Huay Xai I left Laos and took the ferry and - back on Thai soil - the bus to Chiang Mai, the pearl of the north. This city is especially known for its 100 temples (I could be mistaken for 1 or 2). Originally the plan was to do the 'Monk for a month' program from here and to live among the monks for a week. Unfortunately, the organization that supplied this, now only offers it as part of a super touristy and super expensive nine day journey in the north of Thailand. Not for me! As a result I was a lot sooner than planned in Chiang Mai with loads of time. After quite some traveling the time had come for some rest and to stay in one place for 10 days. Company was not a problem because my Canadian friends Patty and Stan (whom I met 2 years ago in Tanzania) are staying for one month in Chiang Mai after traveling through India. I also saw Nina and Jürg (SW) again whom I met while kayaking in Luang Nam Tha and finally Tijl (NL) arrived whom I also met 2 years ago in Tanzania. My plans of also visiting Pai and Mae Hong Son vanished because of a sudden wave of rain and cold coming from China (16°C is quite cold here). In my time there I visited the temples Wat Phra Singh, Wat Chedi Luang, Wat Chiang Man, Wat Pan Tao, Wat Monthian, Wat Lok Moyee and Wat Jet Yot, the night bazaar, the silver market and the sunday market (2 times) and the Chiang Mai National Museum. In between I could cool down in Patty and Stan's (common) swimming pool. Also tried eating grasshoppers and liked it. On a hot day I hired a bicycle to climb Doi Suthep, known for the Wat Phra That Doi Suthep temple. Around 2/3 I cycled and 1/3 I walked, yet encouraged by people passing by on motorbikes and in cars. At the top I stood under a lawn sprinkler for a while to cool down, visited the magnificent temple, got rained down completely and then in the downhill overtook seven motorbikes full speed...



zondag 13 maart 2011

Into the jungle part 2: ziplining in Huay Xai

We vertrokken 's ochtends na het bekijken van een video met veiligheidsinstructies met een groep van 15 mensen vanuit Huay Xai naar Bokeo National Park. Vandaar was het nog een uurtje wandelen naar het basisstation. Daar kregen we een harnas en begonnen we te ziplinen. Een pasgetrouwd koppel kreeg een privé-boomhut, een groep van 8 kreeg een boomhut en ik belandde samen met 4 Canadezen (het koppel Matthieu & Sarah en moeder en zoon Lisa & Forest) in een andere boomhut, boomhut nr 3. Samen met onze gidsen Lu en Pochua zipten we naar boomhut nr 7 (waar de groep van 8 zat) en nr 2 (waar het koppel zat), waarna we concludeerden dat onze boomhut het mooiste uitzicht had. Daarna ging ik op mijn eentje de jungle in om nog wat verder te ziplinen en eindigde de dag in onze boomhut met een prachtige zonsondergang. De nacht was niet echt geslaagd: ondanks het feit dat we minimum 50 m boven de grond sliepen, hadden de ratten toch de weg naar de boomhut gevonden en hadden zich een gat geknaagd in de voedselcontainer die zich onder mijn matras bevond. Dit in combinatie met een miljoen krekels zorgt niet echt voor een ontspannende nacht. De volgende morgen stonden we op om 6u30 om op zoek te gaan naar gibbons. Na een paar minuten konden we ze al horen zingen. Wat dan volgde was luisteren, lopen, sluipen tot we dicht genoeg waren om ze te zien. Weliswaar van redelijk ver, maar we hebben ze gezien (en vooral ook gehoord - het gezang heeft iets science-fictionachtigs). Daarna trekking en ziplining tot aan boomhut nr. 5 waar het vertrekken nogal een sprong in het diepe is en het toekomen door een raam gebeurt. Na de siësta zijn Lisa en ik nog gaan ziplinen naar boomhut nr.2. 's Avonds brachten de gidsen een kat die al tijdens het avondeten een rat te stekken had. De tweede nacht was dus een pak rustiger. Voor het slapengaan hebben we ook nog snel even nachtelijk ziplinen geprobeerd met onze hoofdlampen op (hetgeen eigenlijk verboden is). 's Ochtends ben ik alleen een beetje gaan ziplinen en daarna vertrokken we in groep terug naar het dorp om naar Huay Xai terug te keren.


In the morning after watching a video with safety instructions we left with a group of 15 people from Huay Xai to Bokeo National Park. From there it was around a one hour walk to the base station. There we got our harnesses and started ziplining. A newly wed couple got a private treehouse, a group of 8 got a treehouse and I ended up with 4 Canadians (the couple Matthieu & Sarah and mother and son Lisa & Forest) in another treehouse, treehouse no. 3. Together with our guides Lu and Pochua we ziplined to treehouse no. 7 (where the group of 8 was) and no. 2 (where the couple was), after which we concluded that our treehouse had the nicest view. In the afternoon I went into the jungle on my own to do some more ziplining and ended the day in our treehouse with a beautiful sunset. It wasn't a very good night however: despite the fact that we were sleeping 50 m above the ground, the rats managed to find the way to the treehouse and had made a hole in the food container that was located underneath my mattress. This in combination with a million crickets made my night somewhat less relaxing. The next morning we got up at 6:30 to go find gibbons. After a few minutes already we could hear them singing. What followed was listening, running, creeping until we got close enough to see them. Although they were quite far away, we did see them (and certainly hear them - the singing sounds quite sciencefictional). After that trekking and ziplining to treehouse no. 5 where departing is a jump into the deep and arriving happens through a window. After siesta Lisa and I went ziplining to treehouse no. 2. At night the guides brought us a cat that during dinner already caught a rat. The second night was a whole lot quieter as a result. Before going to sleep we also tried nightly ziplining with our headlights on (which is actually forbidden). In the morning I went ziplining on my own and after that our group walked back to the village to return to Huay Xai again.



woensdag 9 maart 2011

Into the jungle part 1: trekking and kayaking in Luang Nam Tha

Luang Nam Tha staat vooral bekend voor zijn ecotoerisme en daarom wou ik er zeker naartoe. Na een niet echt comfortabele busrit vanuit Udomxai (overvol en op zijn Chinees een half uur pauze wegens wegenwerken - een weg die effectief door de Chinezen aangelegd wordt voor verbinding met Thailand), arriveerde ik in Luang Nam Tha en vond onmiddellijk een trekking waar ik bij kon aansluiten. De volgende dag trokken we de jungle in langs een nieuw pad. Na ongeveer een uurtje was de lokale gids het pad al kwijt en moesten we steil omhoog langs een bergflank waarbij er weg gehakt werd door het bamboebos. Wat mij betreft kon het niet beter starten. Na de lunch trokken we verder en arriveerden enkele uurtjes later in Ban Chaleunsouk, een traditioneel dorpje van de Khmu-stam. Een heel mooi en authentiek dorpje zonder opdringerige souvenirverkopers. We bezochten daar de lagere school en gingen naar de familie waarbij we mochten slapen. Na het avondeten moesten we uiteraard de nodige shots lao lao verteren en dan mochten we gaan slapen op een superdunne mat onder een muskietennet. Een schitterende nacht was het niet: snurkende familieleden, passerende camions en uiteraard de vele dieren die rond de huizen leven (in het algemeen slaap ik vrij slecht in Laos vooral te wijten aan de hanen; het verhaaltje dat hanen 's ochtends vroeg kraaien is pure fictie - ze doen dat heel de nacht door). De volgende morgen werden we naar een ander dorpje gebracht waar de mensen nog in traditionele klederdracht rondlopen. Daar stapten we in de kajaks en begonnen de stroom af te varen. Er bleek een kajak te weinig te zijn en dus werd ik bij in een tweepersoonskajak gezet. Drie volwassen mannen in een opblaasbare tweepersoonskajak is niet echt stuurbaar en te zwaar waardoor de kajaks steeds water oppakte en regelmatig vastliep op de rotsen. Na de lunch (vis BBQ) nam de gids het stuurmanschap van de grote kajak over en mocht ik in de éénpersoonskajak het traject afmaken. Vanaf dan werd het echt plezant met de vele weliswaar kleine stroomversnellingen.


Luang Nam Tha is especially known for its ecotourism and that is why I wanted to visit it. After a not very comfortable bus ride from Udomxai (too many people and a Chinese style half an hour break due to road works - a road actually built by the Chinese for connection with Thailand), I arrived in Luang Nam Tha and immediately found a trekking I could join. The next day we started trekking in the jungle alined a new trail. After about one hour the local guide lost track of the trail and we had to climb up a steep mountain slope cutting our way through the bamboo forest. Couldn't have been a better start. After lunch we walked on and arrived a few hours later in Ban Chaleunsouk, a traditional village of the Khmu tribe. A very beautiful and authentical village without pushy souvenir sales people. We visited the primary school and went to the family where we were doing the homestay. After dinner we had to drink the compulsory shot of lao lao before we could go to sleep on super thin mats under a mosquito net. It wasn't really a very good night: snoring family members, trucks passing by and of course the many animals living around the houses (in general I sleep rather badly in Laos especially due to the roosters; the story that roosters start crowing early in the morning is pure fiction - they do that all night long). The next morning we were taken to another village where the people still wear their traditional clothing. There we got into the kayaks and started peddling downstream. There was one kayak short so I was put in a two person kayak. Three adult men in an inflatable two person kayak makes it rather uncontrollable and too heavy and that's why it kept on collecting water and getting stuck on the rocks. After lunch (fish BBQ) the guide took over the control of the big kayak and I could finish the route in a one person kayak. From then it was great fun with the many be it small rapids.



Slow boat to Nong Khiaw

Omdat ik bij wilde dragen aan de bedelronde van de monniken in Luang Prabang stond ik om 5 uur 's ochtends op en wandelde naar het centrum. Ik kocht een mandje sticky rice en een aantal bananen en nam plaats op de matten langs de weg. Helaas duurde het nog tot ongeveer 6u30 vooraleer de monniken zich lieten zien. Wanneer ze passeren kniel je neer en gooi je per monnik een handvol sticky rice en een banaan of raap of iets anders in de schaal. Soms zag ik dat op het einde van de rij een aantal monniken wat eten teruggaven aan bedelende kinderen. Daarna nam ik de slow boat naar Nong Khiaw. Deze boottrip staat vooral bekend voor zijn passage doorheen de meest dramatische landschappen van Laos, hetgeen ik beaam. Omdat het momenteel het droog seizoen is, moesten we 2 keer stoppen: één keer om uit te stappen en de boot door het ondiepe water te duwen en één keer zodat de schipper de boot door de ondiepe stroomversnellingen kon loodsen. Nong Khiaw is een klein dorpje, zeer idyllisch gelegen langs de rivier en tussen de bergen. De volgende dag heeft Le me leren vissen met een werpnet. Na even wennen aan de techniek, visten we er beiden op los met als resultaat dat ik 7 kleine visjes gevangen had en Le ongeveer het dubbele. Onze conversatie beperkte zich tot 'no fish' en dan een beetje lachen, maar ik vond dat dat wel paste bij het primitieve oergevoel van de visser die van zijn vangst afhangt om te overleven. Na het wandelingetje terug werden de visjes gebakken en aten we deze in zijn geheel op met wat sticky rice, een omelet en wat spicy sojasaus.


Because I wanted to contribute to the alms round of the monks in Luang Prabang, I got up at 5 am and walked towards the center. I bought a basket of sticky rice and some bananas and took place on the mats on the pavement. Unfortunately it wasn't before 6:30 when the monks showed up. When they pass by, you kneel down and throw per monk a handful of sticky rice and a banana or vegetable or something else in the scale. Sometimes I saw that at the end of the row a few monks gave some food back to begging children. After that I took the slow boat to Nong Khiaw. This boat trip is especially known for its passage through some of the most dramatic scenery in Laos, which I can affirm. Because it is the dry season now, we had to stop twice, once to get out and push the boat through a shallow passage and once so the pilot could drive the boat through some shallow rapids. Nong Khiaw is a small village with a very idyllic siting along the river surrounded by mountains. The next day Le learned me how to fish with a throwing net. After a few minutes of getting used to the technique, we both did some fishing with the result that I caught 7 little fish and Le around the double of this. Our conversation was limited to 'no fish' followed by some laughter but I thought that to be very appropriate to the primitive basic feeling of the fisherman who depends on his catch for survival. After a short walk back the fish were fried and we ate them with some sticky rice, an omelet and some spicy soy sauce.



zaterdag 5 maart 2011

Becoming a mahout

's Ochtends werd ik om 9u20 opgehaald (Lao-tijd; in werkelijkheid dichter tegen 10u15) door een tuk tuk die me naar het olifantendorp Ban Noon Savath bracht. Dit is een dorpje waar 11 oude loggingolifanten nu een minder intensief programma gekregen hebben. Daar mocht ik in de mand stappen en een ritje maken op een 10 jaar oude olifantenstier. Dit beestje is nog vrij jong en daarom redelijk koppig en trompetterde af en toe vrij luid. Na de lunch startte het echte werk. Ik kreeg les in de olifantencommando's om hen te besturen en om erop of eraf te geraken. Tegelijkertijd zei mijn begeleider Bunpa erbij dat een echte mahout één jaar nodig heeft om een olifant meester te worden - de illusie om zelf de olifant te commanderen liet ik dan ook onmiddellijk schieten. Daarna was het tijd om te rijden: in de nek en dus zonder mand. Dit is een ongelofelijk gevoel! Zo dicht bij het grootste landdier ter wereld te zijn. Het is wel lastiger dan ik dacht: je evenwicht houden is in het begin erg moeilijk en je moet je dan ook constant vasthouden aan zijn hoofd. Of eerder haar hoofd in mijn geval; ik kreeg Senchan toegewezen, een 35 jaar oude koe. Af en toe krulde Senchan haar slurf naar boven en blies al haar speeksel uit… recht in mijn gezicht natuurlijk. Na het ritje breng je je olifant naar de Nam Khan rivier om te baden waarbij veelvuldig het commando 'bun bun' gegeven wordt hetgeen betekent dat de olifant met zijn slurf water opneemt en over zich heen gooit bij wijze van douche. Uiteraard krijgt degene die plaats neemt in de nek dan de volle laag - de mahout staat ondertussen recht op de rug van de olifant en zoekt dekking. Daarna haal je de kettingen op en breng je de olifanten naar de jungle waar ze gaan slapen. Grappig hoe je na een uurtje al gewoon tussen de olifanten rondloopt alsof het een kudde schapen zijn. Ik had nog wat tijd over en kreeg de keuze tussen een bezoek aan het graf van Henri Moutot (de ontdekker van Angkor Wat) of tuben. Ik vroeg of ik één van de kajaks mocht nemen en peddelde een uurtje stroomopwaarts. Een zeer ontspannend gevoel om alleen op het water te zijn en vriendelijk begroet te worden door de sporadische vissers. 's Avonds na avondeten werden een Noor en ik uitgenodigd door de mahouts om mee naar hun dorpje te gaan. Daar kregen we nog eens eten voorgeschoteld: laap van buffelingewanden (best wel lekker). De volgende dag haalden we de olifanten op in de jungle, brachten ze naar de rivier en wasten ze. Daarna mocht ik kiezen tussen een bezoek aan de waterval (die ik al gezien had), kajakken (dat ik ook al gedaan had) of bamboevlot. Ik koos voor het laatste en Bunpa loodste me over het water met een 6 meter lange stok. Het was een erg ontspannen ritje maar halverwege heb ik toch maar gevraagd of we de rollen konden omkeren en heb ik het laatste stuk zelf het vlot voort geduwd. Deze mahoutcursus hoort absoluut bij de hoogtepunten van mijn reis!


In the morning I was picked up at 9:20 (Lao time; in reality it was closer to 10:15) by a tuk tuk that brought me to the elephant village Ban Noon Savath. This is a village where 11 old logging elephants now have gotten a less demanding program. There I stepped into the basket and took a ride on a 10-year-old elephant bull. This elephant is still very young and therefor quite stubborn and trumpeting very loud from time to time. After lunch the real work started. I got lessons in elephant commands to control them and get on and off them. At the same time my guide Bunpa said that it takes one year for a real mahout the master an elephant - i immediately let go of the illusion to be able to control an elephant myself. After that the time had come to ride: in the neck and without basket. This is an incredible feeling! Being so close to the biggest animal on land in the world. However it was more difficult than I thought: keeping your balance is very difficult in the beginning so you need to hold on to his head all the time. Or rather her head in my case; I got appointed to Senchan, a 35-year-old cow. From time to time Senchan curved her trunk and spit out all of her saliva… all in my face of course. After the ride you take your elephant to the Nam Khan river to bathe where the command 'bun bun' is often given which means that the elephant takes in water by its trunk and throws it over itself to take a shower. Of course the one sitting in the neck receives all the water - the mahout is standing up on the elephant's back and takes cover. After that you collect the chains and take the elephants to the jungle where they go to sleep. Funny to see how after one hour already you walk between the elephants as if they were a group of sheep. I had some time left and got the choice between a visit to Henri Moutot's grave (the man who discovered Angkor Wat) or tubing. I asked if I could instead take one of the kayaks and peddled upstream for an hour. A very relaxing feeling to be on the water on your own and to be greeted in a very friendly way by the few fishermen around. At night after dinner a Norwegian guy and me were invited by the mahouts to accompany them to their village. There we got served food again: laap made from buffalo intestines (quite good actually). The next day we recovered the elephants from the jungle, brought them to the river and washed them. After that I had the choice between a visit to the waterfall (which I had already seen), kayaking (which I had already done) or bamboo rafting. I chose for the last one and Bunpa guided me over the water with a 6 meter long pole. This was very relaxing but half way there I asked him to switch places and I pushed the raft myself. This mahout course is definitely one of the highlights of my trip!



dinsdag 1 maart 2011

Cycling to Kuang Si waterfall

Het was tijd om nog een wat sport te doen. Daarom besloot ik de Kuang Si waterval te bezoeken per mountainbike, een 70-tal km heen en terug. Onderweg bleek dat ik de juiste keuze gemaakt had en reed ik de wandelaars met gewone fiets ter hand er vlotjes af. Ik was vroeg genoeg vertrokken maar toen ik anderhalf uur later aankwam was ik toch blij dat je in de watervallen mag zwemmen. Maar eerst bezocht ik het Conservation Center voor de sunbears en de moonbears (geen Nederlandse vertaling gevonden, maar het zijn wel degelijk beren), waar ik leerde dat 6 van de 8 beersoorten in Azië voorkomen. Daarna langs de verschillende trappen van de waterval om uiteindelijk te eindigen bij de grote waterval. Vandaar klom ik een 200 m steil naar boven om ook de bovenkant van de waterval te bezichtigen. Terug beneden gekomen ben ik even gaan zwemmen in het toch wel redelijk frisse water en wilde ik nog een fruit shake drinken vooraleer terug te gaan (zeer verslavend en spotgoedkoop hier). Het dametje doet het fruit, de gecondenseerde melk en het ijs in de blender, drukt op de knop en er gebeurt niets - weer geen elektriciteit. We hebben er samen eens goed om gelachen en dan heb ik mijn fiets opgehaald en ben teruggereden. Wanneer je een stevige afdaling doet zo midden in de namiddag voelt het net aan alsof je in een gigantische haardroger beweegt (een slordige 35°C momenteel)…


The time had come to do some sports. Thus I decided to visit the Kuang Si waterfall by mountain bike, some 70 km go and back. While cycling it became soon clear that I made the right decision because I could easily overtake the pedestrians with common bikes in their hand. I departed early enough but when I arrived 1,5 hours later, I was very happy that you are allowed to swim in the waterfalls. First I visited the Conservation Center for the sun bears and moon bears, where I learned that 6 out of 8 bears species live in Asia. After that I walked along the different steps of the waterfall to end at the big waterfall. From there I climbed a steep 200 m to see the upper part of the waterfall. Back down I took a swim in the rather cold water and wanted to drink a fruit shake before returning (very addictive and dirt cheap here). The lady puts the fruit, condensed milk and ice in the blender, pushes the button and nothing happens - again no electricity. We both had a good laugh, I retrieved my bike and drove back. When you ride a steep downhill in the middle of the afternoon, it feels a little as if you are moving in a gigantic hair dryer (some 35°C at the moment)…