Current location

Current location: Bandar Seri Begawan, Brunei Darussalam

zondag 26 december 2010

Relax, this is Asia!

Het werken bij Trailblazer heeft me goed gedaan. En daarmee bedoel ik eigenlijk niet alleen het werk, maar ook het gegeven van 3 weken op 1 plek te blijven en je er een beetje thuis te voelen. Maar wat doe je zoal wanneer er niet gewerkt hoeft te worden? Het Peace Café werd de vaste plek om te relaxen: een bar met een aangename tuin waar je niet lastiggevallen wordt door verkopers en bedelaars. Andere vertrouwde plaatsen werden The Warehouse om vrienden te ontmoeten, Angkor Famous voor pintjes aan 50 dollarcent en gratis popcorn en het Psar Chas restaurant waar je kan eten voor 2 dollar. De afgelopen 2 weken heb ik vooral met collega's Jur en Miles opgetrokken. Zo gingen we zwemmen in het rooftop zwembad van een chique hotel, volgden we Khmerles, praatten we met een monnik over boeddhisme, trainden we samen shaolin kungfu (ik startte voor 1 week Chin Lung Cambodja op, met gemiddeld 6 leerlingen), vierden we samen kerstmis en woonden we het beruchte Scooterfest bij. Scooter is een nogal verlegen jongen en daarom organiseerden zijn vrienden een party om te trachten hem wat socialer te maken. Dit was de derde editie - party with a legend! Op mezelf bezocht ik het War Museum dat een verzameling van roestige tanks, pantservoertuigen en andere wapens tentoonstelde en vloog ik met een gemotoriseerde deltavlieger over de Angkor tempels. Het vliegen over tempels uit de 12de-13de eeuw alleen gedragen door een zeil en een propellor waarbij je de minste windstoot voelt, geeft een enorme kick. Een unieke ervaring!

Working at Trailblazer's was e nice change. And I don't only mean working in itself but also the fact of staying in 1 place for 3 weeks and feeling a bit at home there. But what do you do when you don't need to work? The Peace Cafe became my daily refuge to relax: a bar with a pleasant garden where you're not bothered by sales people and beggars. Other familiar places were The Warehouse for meeting friends, Angkor Famous for 50 dollar cent beers and free popcorn and Psar Chas Restaurant where you can eat for 2 dollars. The past 2 weeks I mostly hang out with my colleagues Jur and Miles. We went swimming in the rooftop swimming pool of a fancy hotel, took Khmer classes, talked with a monk about buddhism, trained shaolin kung fu together (I started up Chin Lung Cambodia for 1 week with an average of 6 students), celebrated christmas and attended the famous Scooterfest. Scooter is a rather shy guy and that's why his friends threw him a party to try and make him a little more sociable. This was the third edition - party with a legend! On my own I visited the War Museum, which is a rusty collection of tanks, armed vehicles and other weapons and I flew in a microglide over the Angkor temples. Flying over temples dating from the 11th-12th century only held up in the air by a sail and a propellor, on which you feel every gust of wind, is a gigantic adrenaline rush. A unique experience!


vrijdag 24 december 2010

Volunteering around Siem Reap

Omdat het in Vietnam niet gelukt was om vrijwilligerswerk te doen, ging ik op zoek in Cambodja. Al snel kwam ik terecht bij conCERT, een organisatie die vrijwilligers in contact brengt met NGO's op basis van de tijd die je wil spenderen, je achtergrond en je interesses. Zij verwezen me door naar Trailblazer Foundation, waar ik de afgelopen 2 weken gewerkt heb. Trailblazer's oorspronkelijke idee was om scholen te bouwen rondom Siem Reap maar al snel bleek dat er prangendere noden waren, zoals drinkbaar water. Daarom werden de volgende activiteiten opgestart: het boren van waterputten in de dorpjes, het bouwen van biozandfilters om water te zuiveren, onderzoek naar irrigatiesystemen, kweken van paddestoelen op substraat van rijstschillen en de fabricatie van biologische meststoffen. Ik werd ingedeeld bij het biozandfilterteam en mijn dagtaak bestaat uit het gieten van de filterbehuizing in beton, het zeven en wassen van zand en kiezel en op donderdag het leveren van de filters aan de scholen, weeshuizen of gezinnen in de dorpjes. Werknemers Sothearos, Phalla en Khath leiden alles in goede banen en vrijwilligers Miles, Gabe (USA), Jur (NL) en Wen Sung (Taiwan) helpen waar mogelijk. De eerste 2 bijdragen van de sponsorkaart heb ik gebruikt om een aantal biozandfilters te kopen en te schenken aan de dorpjes, dus indirect hebben jullie allemaal bijgedragen aan een zeer zinvol project, waarvoor dank. Ook heb ik een ander project gesteund: ik heb een zak rijst van 50 kg gekocht bij Ibis Rice. Ibis Rice kweekt rijst volgens de principes van biologische landbouw en zorgt op deze manier mee voor de bescherming van de ibis die hier een bedreigde diersoort is. De rijst kan je dan schenken aan een of andere organisatie; ik koos voor het Sangkheum weeshuis. Meer informatie over deze projecten kan je vinden op www.thetrailblazerfoundation.org en www.wildlifefriendly.org/ibis-rice.
Prettige feestdagen iedereen!

Because I couldn't find a good place to volunteer in Vietnam, I started looking in Cambodia. Soon I learnt about conCERT, an organisation that connects volunteers and NGO's based on the amount of time you want to spend, your background and your interests. They put me in contact with the Trailblazer Foundation where I worked for the past 2 weeks. Trailblazer's original idea was to build schools around Siem Reap but soon they found out that there were more urgent matters such as drinkable water. For that reason the following activities were started up: drilling of water wells in the villages, building of bio sand water filters to purify water, growing mushrooms on a substrate of rice husk, research of irrigation systems and fabrication of biological manure. I was put to work in the bio sand filter team and our daily job consisted of making the concrete filter casing, sieving and washing sand and gravel and on thursday delivering the filters to schools, orphanages or families in the villages. Employees Sothearos, Phalla and Khath guided us and volunteers Miles, Gabe (USA), Jur (NL) and Wen Sung (Taiwan) helped out where possible. The first 2 contributions of the sponsor list I used to buy some sand filters and to donate them to the villages, so indirectly you all have contributed to a very significant project for which I thank you very much. I also supported another project: I bought a 50 kg bag of Ibis Rice. Ibis Rice grows rice following the principles of biological agriculture and thus protects the ibis, which is an endangered species here. You can donate the rice to an organisation of your choice; I chose the Sangkheum orphanage. More information on these projects you can find on www.thetrailblazerfoundation.org and www.wildlifefriendly.org/ibis-rice.
Merry christmas and happy new year to everybody!


zaterdag 11 december 2010

Floating to Kompong Phhluk

Tijdens het ontbijt werden we aangesproken door Mr. Happy, een tuk tuk chauffeur met een bordje 'no hassle - right prices'. Hij stelde voor ons naar een van de drijvende vissersdorpjes te brengen. Hij bevestigde hetgeen Lonely Planet zei over Chong Kneas en bracht ons naar Kompong Phhluk. Daar stapten we over in een longtail boot die ons door de mangroves naar het vissersdorpje bracht. Dit bleek geen drijvend dorp te zijn maar één opgebouwd uit paalwoningen. Zoiets had ik nog nooit gezien... De economie van het dorp draait voor 80% op visserij, 10% overheid en 10% toerisme. We stapten over op een kleine boot om door het verdronken woud te varen en daarna terug in de grote boot om naar het Tonle Sap meer te gaan. Op de terugweg stapten we even uit de boot voor een korte wandeling in de ene niet-verzonken straat die het dorp telt. Ondertussen blijf ik elke dag ongeveer 30 keer 'nee' antwoorden op de vraag 'tuk tuk, sir?'. Zelfde verhaal 's avonds betreffende de vraag 'marijuana, cocaine, opium?'.

During breakfast we were spoken to by Mr. Happy, a tuk tuk driver with a sign saying 'no hassle - right prices'. He suggested to take us to one of the floating villages. He also confirmed what Lonely Planet said about Chong Kneas and took us to Kompong Phhluk. There we got onto a longtail boat that sailed through the mangroves to the fishing village. This didn't appear to be a floating village but one that consisted of stilt houses. I've never seen anything like this... The village gets its revenue from fishing (80%), the authorities (10%) and tourism (10%). We stepped into a smaller boat to sail through the drowned forest and got back into the bigger boat to head for Tonle Sap lake. On the way back we got out of the boat for a brief walk in the one street of the village that isn't submerged. Meanwhile every day I keep answering 'no' for about 30 times a day to the question 'tuk tuk, sir?' Same story at night concerning the question 'marijuana, cocaine, opium?'.


Majestic Angkor Wat

Hetgene niemand mist in Cambodja is Angkor Wat. En volledig terecht. Met een tuk tuk reden we 2 dagen van tempel naar tempel. In het begin dacht ik dat je na een halve dag wel compleet overtempeld zou zijn, maar dat bleek niet zo: alle tempels zijn zo anders dat je je nooit verveelt en verbaasd blijft over de schoonheid ervan. Van de 15 tempels die we bezochten werd ik vooral geraakt door Angkor Wat omwille van zijn grootte en reputatie, Ta Prohm omwille van de symbiose tussen tempel en jungle (Tomb Raider werd hier gefilmd), Bayon in Angkor Thom city omwille van de vele lachende gezichten die in de tempel verwerkt zijn en Pre Rup omdat deze in zandsteen is opgetrokken, supersteile trappen heeft en beelden van olifanten en leeuwen. Een magische plek!

The one thing nobody misses out on in Cambodia is Angkor Wat. And so it should be. With a tuk tuk we drove from temple to temple for 2 days. Originally I thought that I would be templed out after half a day but this wasn't the case: all temples are so different that you never get bored and keep being surprised by the beauty of it. Of the 15 temples we visited I was especially moved by Angkor Wat because of its size and reputation, Ta Prohm because of the symbiosis of temple and jungle (Tomb Raider was shot here), Bayon in Angkor Thom city because of the many many smiling faces carved out in the temple's towers and Pre Rup because it was built with sand stone, has super steep stairs and statues of elephants and lions. A truly magical place!


Chill out in Siem Reap

Via de Mekong arriveerden we in Phnom Penh en dit was dan ook de eerste kennismaking met Cambodja. Het verschil met Vietnam is enorm: veel rustiger, de straat oversteken is gemakkelijk, de munteenheid is de riel maar iedereen rekent in dollars, veel armer en landelijker, enorm veel mensen zonder armen en/of benen (mijnslachtoffers), minder motorbiketaxi's maar tuk tuks,... We hadden niet veel tijd en wandelden een beetje op goed geluk door de stad om de volgende morgen al naar Siem Reap te vertrekken. Dit is op zich een relaxed backpackerstadje waar we de markten en een tempel bezochten. De 3 volgende dagen bezochten we de tempels van Angkor en een vissersdorpje maar hierover meer in volgende posts. We volgden ook een kookcursus hier: Meri leerde Tom Yam soep en Khmer chicken met bok choy maken en ik mangosalade en sea food amok. De avond sloten we af met een dr. fish massage: je steekt je voeten in een aquarium en tientallen kleine visjes komen de dode huid van je voeten opeten. In het begin kriebelt dit enorm maar na een tijdje is het ongelofelijk ontspannend. Een klein beetje geschiedenis en cultuur om af te sluiten: tijdens het rode Khmerregime doodde Pol Pot systematisch intellectuelen en boeddhistische monniken en zond alle anderen naar de rijstvelden. Dit trauma is nog steeds voelbaar in de psyche van de Cambodjanen en een gevolg daarvan is dat de gemiddelde leeftijd hier 22 is. Angkor blijft echter de nationale trots: te zien in de vlag, het geld, het bier, de namen van hotels,...

Via the Mekong river we arrived in Phnom Penh and this was our first encounter with Cambodia. The difference with Vietnam is gigantic: much quieter, crossing the street is easy, the currency is riel but everybody calculates in dollars, much poorer and more rural, lots of people without arms and/or legs (mine victims), less motorbike taxis but tuk tuks,... We didn't have much time and just walked around town because the next morning we needed to get on the bus to Siem Reap. This is actually a very relaxed backpacker town where we visited some markets and a temple. The next 3 days we spent visiting the temples of Angkor and a fishing village - more on this subject in the next posts. We also took a cooking class here: Meri learnt how to prepare Tom Yam soup and Khmer chicken with bok choy and I tried mango salad and sea food amok. We ended the day with a dr. fish massage: you put your feet in an aquarium and dozens of little fish come to eat the dead skin off your feet. In the beginning this tickles a lot but after a while it becomes incredibly relaxing. A little bit of history and culture to conclude: during Khmer Rouge regime Pol Pot systematically killed intellectuals and buddhist monks and sent everyone else to work in the rice fields. You can still sense this trauma in the psyche of the Cambodians and a result of that is that the average age here is 22. Angkor remains the national pride though: visible on the flag, the money, the beer, the names of hotels,...


Exploring Mekong Delta

De Mekong delta wordt beschouwd als de rijstschuur van Vietnam, een niet te missen bezienswaardigheid dus. Met een busje reden we richting Cai Be waar we overstapten op een boot om de drijvende markt te bezichtigen. Deze markt is iets volledig anders dan degene in Thailand: ze is zuiver op locale handel gericht en niet op toerisme. We bezochten een workshop waar rijstpapier, kokossnoep en rijstwijn gemaakt werden. Via de bus gingen we verder naar Vinh Long en dan per boot naar Chau Doc waar we overnachtten in een drijvend hotel. De volgende morgen een bezoek aan een viskwekerij en door de kanaaltjes naar een Cham moslim dorpje en daarna de boot op naar de Cambodjaanse grens.
PS: voor de liefhebbers voegde ik een kwis toe over dingen die me hier frapperen - vooral culturele verschillen...

The Mekong delta is considered to be the rice barn of Vietnam, a not to be missed point of interest. A minivan took us to Cai Be where we got on a boat to see the floating market. This market is completely different from the ones in Thailand: it is solely focused on local trade and not on tourism. We visited a workshop where rice paper, coconut candy and rice wine are made. By bus we continued to Vinh Long and then per boat to Chau Doc where we spent the night in a floating hotel. The next morning a visit to a fish farm and through the canals to a Cham muslim village and after that on the boat to the Cambodian border.
PS: for those interested I added a quiz about the things that strike me here - mainly cultural differences...


Relaxed Mui Ne

Na de hektiek van Saigon vluchtten we naar Mui Ne, een rustig plaatsje aan de Zuid-Chinese zee. Daar aangekomen bewonderden we de zonsondergang en vonden we vrij snel het openlucht seafood restaurant. De volgende dag huurden we een scooter om de rode en witte zandduinen te gaan bezoeken. Vermits Meri gewoon is om een scooter te besturen in de drukte van Jakarta, verliep dit dan ook zonder enig probleem... Aangekomen aan de rode zandduinen werden we onmiddellijk overspoeld door kinderen met stukken plastiek en de constante vraag 'you slide?', gevolgd door 'als je een stuk plastiek huurt om te glijden laten we je alleen rondlopen'. We zijn het daar dus vrij snel afgebold en verder gegaan naar de witte zandduinen. Dit bleek een goed idee want deze zijn veel indrukwekkender. Een stukje woestijn in een groen land...

To escape from busy life in Saigon we fled to Mui Ne, a quiet place on the South Chinese sea. When we arrived there we admired the sunset and easily found the open air sea food restaurant. The next day we hired a motorbike to visit the red and white sand dunes. Because Meri is used to driving a motorbike in Jakarta traffic, everything went smoothly... Once arrived at the red sand dunes we immediately found ourselves surrounded by kids with pieces of plastic constantly asking 'you slide?', followed by 'if you hire a piece of plastic to slide we let you walk around alone'. We quickly left that place and headed for the white sand dunes. This appeared to be a good idea because they are much more impressive. A little bit of desert in a green country...


donderdag 9 december 2010

Crazy Saigon

Aangekomen in TP Ho Chi Minh vond ik vrij snel Aurélie en Elodie terug met wie ik het museum voor traditionele Vietnamese geneeskunde bezocht - Aurélie is namelijk ook een TCM-studiegenoot zo bleek (voor de insiders: het museum is voornamelijk op fyto gericht). 's Avonds namen we afscheid en deze keer voor echt. De volgende morgen werd ik in het park aangesproken door een vriendelijke man die me uitnodigde voor de lunch bij zijn familie thuis. In een mum van tijd zat ik daar binnen verwikkeld in een gokscam met een zakenman voor 52000 $. Alles ging zeer snel en was bijzonder goed geacteerd maar ik heb me er op een rustige, vriendelijke maar assertieve manier uit kunnen praten. Daarna de hindoetempel, het Ho Chi Minh city museum, de kathedraal en de centrale moskee bezocht, langs de Saigon rivier gewandeld en een Duvel gedronken. De volgende dag ben ik naar Cholon (Chinatown) gewandeld en heb daar enkele tempels bezocht. 's Avonds pikte ik Meri op op de luchthaven en de volgende dag zijn we Fabien gaan zoeken, een Fransman voor wie Meri cadeaus had meegekregen van een vriendin. Deze zoektocht bleek moeilijker dan gepland maar dankzij de alomtegenwoordige wifi-cafés hebben we hem toch gevonden... Verder het Reunification Palace bezocht dat bekend is van de invasie van het Noordvietnamese leger in Saigon, het oude postkantoor en de Jade Emperor Pagoda. De dag erop zijn we met een tour naar Cu Chi geweest, een plek waar den Amerikaan serieus op zijn bakkes heeft gekregen van de Vietcong: boobytraps, sniper holes waar fat ass westerlingen niet in passen en uiteraard het indrukwekkende tunnelnetwerk. We hebben er ook met een Kalashnikov AK47 geschoten. In de namiddag bezochten we het War Remnants museum en de Ben Thanh markt in Saigon, gingen we pho (noedelsoep) eten in de Pho 2000 (waar president Bill Clinton in 2000 stopte voor een kom) en aanschouwden we een 50-tal vrouwen die aërobics deden op '90's-beat met Vietnamees ritme: mot hai ba bon - sang phai!

When arrived in TP Ho Chi Minh I easily found Aurélie and Elodie again with whom I visited the museum of traditional Vietnamese medicine - Aurélie also appeared to be a TCM afficionado (for the insiders: the museum is mainly focused on fyto here). At night we said goodbye and this time for real. The next morning a friendly man started a conversation with me and invited me for lunch with his family. In no time I was involved in a gambling scam with a business man for 52,000 $. Everything went extremely fast and was well acted but I managed to talk my way out of there in a calm, friendly but assertive manner. After that I visited the Hindu temple, the Ho Chi Minh city museum, the cathedral and the central mosque, walked along the Saigon river and drank a Duvel. The next day I walked to Cholon (Chinatown) and visited some temples there. At night I picked up Meri at the airport and the next day we went looking for Fabien, a French guy for whom Meri brought some presents from a friend. This quest appeared to be harder than planned but thanks to the omnipresence of wifi cafes we eventually found him... Next we visited the Reunification Palace, known from the invasion by the North Vietnamese Army in Saigon, the old post office and the Jade Emperor Pagoda. The next day we went on a tour to Cu Chi, a place where the Vietcong kicked some serious American ass: boobytraps, sniper holes where fat ass westerners don't fit in and of course the very impressive tunnel network. We also shot a Kalashnikov AK47 there. During the afternoon we visited the War Remnants museum and the Ben Thanh market in Saigon, went to eat some pho (noodle soup) in Pho 2000 (where president Bill Clinton in 2000 stopped for a bowl) and watched about 50 women doing aerobics on a '90's beat with Vietnamese rhythm: mot hai ba bon - sang phai!


zondag 28 november 2010

Music and hiking in Da Lat

Na een busrit door de bergen kwam ik aan in het bergstadje Da Lat, vooral bekend om zijn landschappen en koeler klimaat. Dat is dan ook meteen de reden waarom koning Bao Dai besloot zijn zomerpaleis daar op te trekken. Na een korte wandeling door het centrum belandde ik in café Tung, een sober koffie- en theehuis met Franse inslag. Daarna naar het V-café voor het avondeten. Daar werd er door een aantal muzikanten vlot Red Hot Chili Peppers, Pink Floyd, U2, the Beatles, Radiohead,... gecoverd. Een welkome afwisseling na 6 weken zeemzoete Vietnamese cantopop. Tijdens de pauze geraakte ik in gesprek met de muzikanten Juram (PH), Jake the Snake (US), Simon (UK), Scott (US), Fumi (JP) en Curtis (US) - tevens de eigenaar. De volgende dag gingen we samen wandelen naar de Tiger Den Falls, nog vergezeld door 2 Nederlandse meisjes en 3 Japanners. De avond werd er opnieuw concert gegeven en eindigde erna in de Saigon Nite Bar (vreemdste verjaardag ooit). De volgende dag wandelde ik langs het Hang Nga Crazy House (beetje Gaudi-achtig gebouw), het hoger vernoemde zomerpaleis en de centrale markt. De laatste dag in Da Lat ging ik opnieuw wandelen, deze keer naar de berg Pinhatt.

After a bus ride through the mountains I arrived in Da Lat mountain town, mainly known for its scenery and cooler climate. In fact, that was the reason for king Bao Dai to erect his summer palace there. After a short walk through the centre I ended up in Tung Cafe, a simple coffee and tea shop with a French touch. After that to V-cafe for dinner. There some musicians were covering Red Hot Chili Peppers, Pink Floyd, U2, the Beatles, Radiohead,... A welcome change after 6 weeks of very mellow Vietnamese canto pop. During their break I got to know musicians Juram (PH), Jake the Snake (US), Simon (UK), Scott (US), Fumi (JP) and Curtis (US) - also the owner of the place. The next day we went hiking together to Tiger Den Falls along with 2 Dutch girls and 3 Japanese people. At night they performed again and the night ended in Saigon Nite Bar (weirdest birthday ever). The next day I walked to Hang Nga Crazy House (kind of a Gaudi-like building), the above mentioned Summer Palace and the central market. My last day I spent hiking again, this time up to Pinhatt mountain.


vrijdag 26 november 2010

Wet Nha Trang

In Nha Trang draait alles om water: strand, boottochtjes, windsurfen, duiken, snorkelen,... Ik heb er 4 dagen doorgebracht en inderdaad veel water gezien, maar helaas vooral van het soort dat uit de hemel valt. Wel heb ik er Elodie en Aurélie even teruggezien en zijn we samen naar de Long Son pagode geweest waar een grote boeddha de stad overschouwt. Verder heb ik wat gewandeld, soms tot halverwege de knieën in het water, gelezen en films gezien. In één van de plaatselijke kroegen speelden ze namelijk de nu reeds cultfilm 'Machete', die me zeer beviel.

In Nha Trang it is all about water: the beach, boat trips, wind surfing, scuba diving, snorkeling,... I spent 4 days there and indeed saw a lot of water, unfortunately mostly from the kind that falls from the sky. I did see Elodie and Aurélie again for a short while and together we went to Long Son pagoda on top of which a giant buddha looks onto the city. The rest of the time I spent walking, sometimes until half my knees in the water, reading and watching movies. In one of the local bars they played the instant cult movie 'Machete' which I totally liked.


zaterdag 20 november 2010

ET in Quy Nhon

Om nog wat meer van de toeristische route af te geraken besloot ik Ellen's nicht Ashley te gaan opzoeken in Quy Nhon, een provinciaal stadje dat nog niet echt gewoon is om met toeristen om te gaan. De reden daarvoor is dat ze er simpelweg niet komen... Na een death ride in een minibusje (dodentol: 1 hond), bereikte ik Ashley's appartement en werd begroet met volgende quote 'leuk om nog eens Antwerps te horen', gevolgd door een decadent doch superlekker visdiner van een half miljoen dong. De volgende dag verkende ik de stad te voet en bezocht ik onder andere het strand, de Long Khanh pagode (waar ik hartverwarmend vriendelijk door een oude non ontvangen werd - we konden niet praten maar begrepen elkaar), de vismarkt en wandelde rond het Sinh Thai meer. Ik voelde me een beetje een alien daar: quasi alle kinderen roepen 'hello' naar je en de volwassenen gapen je na omdat ze er zo weinig blanken zien. De volgende dag fietste ik over het schiereiland langs de vissersdorpjes voor zover de modder me dit toeliet. Tussendoor gaf Ashley me meer uitleg over de Vietnamese cultuur en gebruiken, haar werk in de waste management sector, de middelen die de meisjes gebruiken om maar niet bruin te worden (hoed, paraplu, mondmasker en lange handschoenen), schaafde mijn zeer beperkt Vietnamees bij en leerde me de locale keuken kennen, onder andere een drankje gemaakt van zwaluwenspeeksel. Ook de Vietnamese manier van fietsen intrigeert me enorm: met 2 (soms zelfs 3) op 1 fiets en 4 voeten op de pedalen waarbij de achterste bij regenval de paraplu vasthoudt - dat lijkt me iets voor in het Antwerpse klimaatplan!

To divert a bit more from the touristic route I decided to visit Ellen's cousin Ashley in Quy Nhon, a provincial town that isn't really used to receiving tourists. The reason for that is that there simply aren't any... After a death ride in a minivan (death toll: 1 dog) I reached Ashley's apartment and was welcomed with the quote 'nice to hear an Antwerp accent once again', followed by a decadent though delicious fish dinner costing half a million dong. The next day I explored the town walking and visited among other things the beach, Long Khanh pagoda (where I was welcomed by an old nun in an extremely friendly way - we couldn't talk but understood each other perfectly), the fish market and walked around Sinh Thai lake. I felt a little bit like an alien there: almost all the children yell 'hello' at you and the adults keep staring because they see so little white people. The next day I cycled across the peninsula through the fishing villages for as much as the mud permitted. In between Ashley gave me some more insight in Vietnamese culture and habits, her work in the waste management sector, the means the girls use not to get a tan (hat, umbrella, mouth mask and long gloves), expanded my rather very limited knowledge of Vietnamese language and introduced me to the local cuisine, for example a drink made from swallow's saliva. Also, the Vietnamese way of bicycling I find very intriguing: 2 (sometimes even 3) people on 1 bike and 4 feet on the pedals. The one sitting in the back hold the umbrella in case of rainfall - this looks like something to incorporate in the Antwerp climate plan!