Bagan is de belangrijkste trekpleister van Myanmar en al snel werd duidelijk waarom. Tussen de 3 dorpjes Nyaung U, Old Bagan en New Bagan liggen een 4400 tempels gespreid over een gigantische vlakte. We besteedden 3 dagen om rond te fietsen tussen deze pagodes, tempels en schrijnen, elke dag met minder volk. Dag 1 waren we nog met 4 (Magali, Beccy, Kim en ik), dag 2 met 3 (Magali, Beccy en ik) en dag 3 met 2 (Magali en ik). Omwille van de hitte (42°C!) namen we geregeld een rustpauze en meestal een lange lunchbreak. Wanneer je een tempel bezoekt word je automatisch aangeklampt door souvenirverkopers die je het zoveelste zandschilderij willen aanpraten. Gelukkig hadden we Magali die altijd bereid was tot een praatje met de verkopers en zich regelmatig liet ompraten om iets te kopen, waardoor wij snel konden ontsnappen. Tegen de avond aan was het kwestie van ergens op een tempel te klimmen die toegang heeft tot het dak en vandaar de zonsondergang te zien. Het vinden van de trap naar het dak was vaak een zoektocht naar de geheime deur met je pillamp en dan door nauwe gangetjes naar boven klimmen. Op dat moment voel je je een beetje Indiana Jones of Lara Croft. De tempels die het meeste indruk op me maakten, zijn: Shwesandaw Paya (witte zedi met uitstekende zonsondergangzichten), Sulamani (grote sprookjeskasteelachtige tempel), Thabeik Hmauk (kleine versie van Sulamani met prachtig zicht op deze laatste), Pyathada Paya (fortachtige tempel met zeer centrale ligging) en Dhammayazika (gouden zedi met prachtige details). Eén avond tijdens het avondeten landde er een bidsprinkhaan op onze tafel en liet me zijn kungfu zien…
Bagan is the main draw in Myanmar and it soon became clear why. Between the villages of Nyaung U, Old Bagan and New Bagan, there are 4400 temples spread out over a gigantic plain. We spent 3 days cycling in between these pagodas, temples and shrines, each day with less people. Day 1 we were 4 (Magali, Beccy, Kim and me), day 2 3 (Magali, Beccy and me) and day 3 2 (Magali and me). Because of the heat (42°C!) we often took a break and mostly a long lunch. When you visit a temple you are automatically grabbed by souvenir vendors who want to sell you the next sand painting. Fortunately, we had Magali who was always willing to have a chat with the vendors and often was talked into buying something, which made it easy for us to get away. Around dusk the thing to do was to climb on top of a temple with roof access and see the sunset from there. Finding the staircase to the roof often was a search for the secret door with your flashlight and then crawling through narrow hallways to the top. At that moment you feel a little bit like Indiana Jones or Lara Croft. The temples that impressed me most are: Shwesandaw Paya (white zedi with superb sunset views), Sulamani (huge, fairytale like temple), Thabeik Hmauk (small version of Sulamani with a great view on the latter), Pyathada Paya (fortress like temple with central location) and Dhammayazika (golden zedi with beautiful details). One night during dinner a praying mantis landed on our table and showed me its kung fu…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten